Vluchtelingen

De verloren kindertijd

Begin jaren 90 vluchtten veel Azerbeidzjanen als gevolg van de Armeense bezetting naar Nederland. Hier voegden de mensen zich naar hun nieuwe land. Maar er zijn nog veel verhalen die niet verteld zijn.

Oorlogen

Zo ook het verhaal van Khatira Sardarkizi, die nu in Deventer woont. Khatira vertelt: ‘Al eeuwenlang zijn er oorlogen uitgevochten tussen stammen, naties en volkeren. In deze oorlogen waren er zowel overwinningen als nederlagen. Maar naar mijn mening is er geen winnaar in een oorlog. In oorlogen zijn beide partijen altijd slachtoffers, waarbij de kinderen nog het meest lijden.’ In dit artikel vertelt Khatira wat haar overkomen is.

Een prettige jeugd

Khatira Sardarkizi werd geboren in Shusha, in 1980. Ze had daar tot haar twaalfde een prettige en welvarende jeugd, tot het voorjaar van 1992. Tijdens de oorlog moesten zij en haar jeugdvrienden de stad verlaten. ‘Mijn doel is nu niet om over de politieke motieven van deze oorlog te vertellen, maar juist het verhaal van een kind van 12 dat het moet meemaken’, vertelt ze. ‘Op een avond liet ik alles achter: mijn huis, mijn school en mijn vrienden. Toen ik Shusha verliet, kon ik slechts een van mijn poppetjes meenemen.’ Khatira had niets meer.

Vanaf nul beginnen

Jaren later trouwde Khatira met een Nederlander. ‘Zo kwam ik op 28-jarige leeftijd in Nederland terecht. Ik begon mijn leven voor de tweede keer vanaf nul. Nu ben ik hier volledig geïntegreerd. Ik heb een taalcursus gevolgd, slaagde voor het staatsexamen en kreeg de Nederlandse nationaliteit. Mijn twee kinderen zijn ook in Nederland geboren, mijn dertienjarige zoon Tomangelo en Sara Francesca, mijn dochter van 11. Ik probeer met hen mijn jeugdtrauma’s te vergeten. Maar ik vergeet nooit het huis waar ik ben geboren, de buurt, de stad. Ook al ben ik jarenlang niet in staat geweest om naar het land te gaan waar ik vandaan kwam toen ik 12 jaar oud was.’

‘Op een avond liet ik alles achter: mijn huis, mijn school en mijn vrienden.’ 

Diepe littekens

De littekens van een oorlog gaan diep. Zo kijkt Khatira nooit met haar kinderen naar het vuurwerk op oudejaarsavond. ‘De geluiden van vuurwerk doen me denken aan de geluiden van bommen. We telden ’s nachts de bommen die naar ons werden gegooid. Oorlogskinderen groeien op met trauma. We werden geconfronteerd met de dood, we waren bang voor gevangenschap en ons leven werd op pauze gezet. Van de ene op de andere dag zaten we zonder school of thuisland, dakloos en zonder vrienden. De oorlog heeft onze kinderjaren en onze dromen weggenomen. Na 29 jaar hebben wij, oorlogskinderen, het nog steeds koud als wij die dagen herinneren.’

Eindelijk terugkeren

‘Jaren gaan voorbij, maar de trauma’s blijven bestaan’, vertelt Khatira. ‘Ik heb mijn huis 28 jaar moeten missen. Ik voelde me altijd halfslachtig, denkend dat ik nooit naar dat lieve huis, dat elk jaar mijn dromen siert, terug zou kunnen gaan. Dat duurde tot op 8 november 2020, toen het Azerbeidzjaanse leger de stad Shusha na bijna dertig jaar bevrijdde.’ Eindelijk kon Khatira terugkeren naar het ouderlijk huis dat ze gedwongen had moeten verlaten. ‘Ik nam mijn poppetje, die enige herinnering aan mijn jeugd, mee en bezocht Shusha in december 2020. Dat ik na al die jaren weer in mijn geboortestad was, was voor mij het mooiste nieuwjaarscadeau dat ik kon krijgen. De volgende dag ging ik naar ons huis. Ik zocht mijn jeugd binnen de muren, maar mijn jeugd heb ik daar achtergelaten toen ik 12 jaar oud was. Ik omhelsde mijn poppetje en keek naar het balkon, waar wij met mijn moeder elke dag hadden gestaan. Ik wilde schreeuwen als een gek, maar al mijn woede zat vast in mijn keel.’

De grootste verliezers

‘Ik kon het niet geloven. Na zo veel jaren was ik in ons huis, in Shusha, maar ik kon niet huilen… Ik keek naar ons huis, onze buurt, onze tuin. Ik kon niet huilen. Het enige wat ik kon doen, was mijn poppetje knuffelen. Ik besloot naar de tuin van mijn oma te gaan, waar ik de beste tijden van mijn jeugd had doorgebracht, om mij met de herinneringen die daar zijn achtergelaten te herenigen. Maar er was geen teken meer te vinden van het huis van mijn grootouders. De buurt was net zo verwoest als mijn jeugd en herinneringen.’ Na 28 jaren keerde Khatira terug om haar huis, school, de buurt van haar grootouders en het graf van haar opa weer te kunnen bezoeken. ‘Maar het graf van mijn grootvader of de tuin van mijn oma waren onvindbaar. Wij oorlogskinderen, wij zijn de grootste verliezers van een oorlog. Het is belangrijk dat dat verhaal verteld en gehoord wordt.’

Datum: 29 oktober 2021